In de AFD vriesdroger wordt het product eerst dynamisch bevroren in een speciaal ontworpen droogkamer. Of het te drogen startmateriaal nu een vloeibaar, korrelvormig of pasteus product is; de geforceerde beweging in de droogkamer zorgt ervoor dat het bevriest in de vorm van een vrijstromende, vaste korrels.
Zodra het product volledig is bevroren wordt een diep vacuüm toegepast, waardoor de sublimatie begint. Warmte wordt via de ketelmantel en dankzij de dynamische omgeving effectief over het product verdeeld. De aanvankelijk grove, bevroren korrels krimpen geleidelijk als de ijsstructuur die het bevroren materiaal verbindt, sublimeert, zodat een los poeder bestaande uit fijne, droge deeltjes overblijft.
Als het oplosmiddel verdwijnt begint de producttemperatuur te stijgen, tot deze gelijk is aan de manteltemperatuur. Dit markeert het einde van het droogproces. Zodra het vacuüm is opgeheven, wordt de droogkamer geopend en kan het poedervormige product worden opgevangen.